Johan Derksen: Zo kan het dus ook
**Dit artikel behandelt een onderwerp dat confronterend kan zijn voor sommige lezers**

Wat was ik blij dat ik in een klein dorpje aan de andere kant van het continent woonde toen Johan Derksen zijn inmiddels beruchte verhaal over de vrouw en de kaars vertelde bij Vandaag Inside. Er was niemand om me heen met wie ik erover in discussie hoefde te gaan. Er was niemand in de buurt, die het verhaal wel even zou nuanceren of in perspectief zou plaatsen. En er was niemand die het voor Derksen zou opnemen. Toch werd ik tegen alle verwachtingen in al de volgende dag door een vriend uit het dorp aangesproken over de kwestie. Ondanks mijn aversie tegen het onderwerp, hebben we erover gepraat. En ik was blij verrast door zijn reactie.
Na een gezellig dorpsfeest kwam ik in mijn stamkroeg die vriend tegen, Sjors de fysiotherapeut. Na het globaal voorgeschreven ‘hoe gaat het?’ en ‘goed hoor!’, keek hij me met grote ogen aan alsof hem iets belangrijks te binnen schoot: “Ik hoorde vandaag over die ene televisieman en de kaars!” Met plaatsvervangende schaamte kreeg ik er alleen een ‘o god, nee toch?’ uit. “Ja, van een vriendin uit Amsterdam. Wat een bizar verhaal!” De kans om er verder op in te gaan was er niet. De hele regio was na het dorpsfeest naar de kroeg gesneld voor een afzakkertje. Zo’n sociale gelegenheid leent zich niet goed voor lange diepgaande gesprekken. Maar ik zei dat ik een andere keer graag zijn mening wilde horen.
Onderweg naar huis moest ik denken aan een avond tijdens de vorige zomer, in de zinderend hete maand augustus. De plaats was hetzelfde dorp, de locatie diezelfde stamkroeg. Toen ik daar na een lange dag werken aanschoof bij barman Johnny, en hem zoals gewoonlijk had gevraagd of het goed met hem ging, trok hij een onkarakteristiek emotioneel gezicht. Hij liet me een digitale krantenkop zien, geschreven in zijn taal, die ik (nog) niet helemaal machtig ben. Nadat ik had aangegeven dat ik niet begreep wat er stond, dropte hij de bom: een oud schoolgenoot van hem was gearresteerd wegens verkrachting. Johnny was al een stuk nerveuzer dan normaal door de pandemie en de maatregelen die hij moest naleven. Nu wist hij helemaal niet meer waar hij het zoeken moest en hij bleef maar van de ene kant van de bar naar de andere ijsberen.
Hij had het bericht gedeeld met de rest van onze vriendengroep, waaronder zijn neef Sjors de fysiotherapeut. Niet lang nadat ik met een steen in mijn maag aan de bar was gaan zitten, druppelden ze allemaal één voor één binnen. Stuk voor stuk waren ze zodanig uit het veld geslagen door verbijstering, dat ze geen van allen doorhadden dat ik al van het nieuws op de hoogte zou kunnen zijn geweest. Dus bij binnenkomst leunden ze allemaal eerst op mijn schouder en vertelden ze me het nieuws dat al met me was gedeeld. Zoals het een barman betaamt, tapte Johnny voor ons allemaal een drankje in. Maar waar de gezelligheid dan normaal begint, werd er toen geen woord uitgesproken. De mannen staarden doelloos voor zich uit, de rietjes van hun drankjes immer rustend tussen hun voortanden.
De stilte overheerste. Discussies ontsproten er niet. De mannen vroegen elkaar niet of er misschien sprake was van een misverstand. Of er een kans bestond dat het slachtoffer hun schoolgenoot er opzettelijk probeerde in te luizen. Of dat ze het misdrijf misschien aan zichzelf te wijten had door haar kleding, drugs- of alcoholinname, de locatie waar het vergrijp plaats had gevonden, of door haar seksuele geschiedenis. Ze noemden zijn daden geen ‘jeugdzonde’. Ze lachten er niet om. Ze verdedigden de acties van hun schoolgenoot niet. En ze verzuchtten niet dat mannen tegenwoordig ook echt niets meer mochten. Ze wisten duidelijk dondersgoed dat er sprake was van een ernstig misdrijf. Ze snapten volledig wat het inhield. Ze waren simpelweg verbijsterd dat het was gebeurd. En nog erger: dat de dader iemand was die ze al zo lang hadden gekend.
Recent zaten Sjors en ik aan precies diezelfde bar om het over hetzelfde onderwerp te hebben. Het voorval Derksen maakte hem zichtbaar kwaad. “Die man hoort een gevangenisstraf te krijgen,” zei hij. “Je weet best wel dat ik met veel vrouwen ben geweest. Maar over grenzen heen gaan of meiden drijven tot dingen die ze niet willen doen, dat heb ik nooit gedaan. Je moet echt wel kunnen aanvoelen dat een kaars in een dronken vrouw steken veel te ver gaat.”
Ons gesprek werd opgevangen door kapitein Luuk. Nadat hij nieuwsgierig had gevraagd waar we het over hadden en ik hem de Derksen-kwestie had uitgelegd, werden zijn ogen zo groot als schoteltjes. “Serieus?” riep hij uit. “Hoe komt zo’n man erop?” Autoverhuurder Alex schoof niet lang daarna aan en ook hem vroeg ik om zijn mening over het hele debacle. “What the fuck!” zei hij tegen me, met zo mogelijk nog wijder opengesperde ogen dan Luuk. “Dat is echt walgelijk. Totaal onacceptabel!”
Alex was ietwat verbaasd door mijn waardering voor hun reacties. “Een vrouw met een kaars penetreren is niet normaal, daar is geen discussie over mogelijk,” zei hij. Maar terwijl wij hier dit gedrag gezamenlijk afkeuren, zijn er daar in Nederland mensen die het er nog met elkaar over hebben of dit wél kan of níet. Of er persoonlijke grenzen zijn overschreden of niet. En of dit soort dingen nou eenmaal (moeten kunnen) gebeuren of niet.
In de befaamde Boos-aflevering over het seksueel grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland voelde presentator Tim Hofman dat het noodzakelijk was om Willy Berlo van Rutgers, het expertisecentrum seksualiteit van Nederland, het volgende te laten zeggen: “De verantwoordelijkheid ligt altijd bij degene die over de grens gaat en niet bij degene die het overkomt. Is dat duidelijk genoeg?”
In Nederland blijkbaar niet. Onder de mannen in dit kleine dorpje wel. En ze hebben er geen reminder voor nodig. Zo kan het dus ook.
Door Jasmijn Groot