top of page

FEL-le vrouw: Ingeborg van der Ven

Ingeborg van der Ven is een van de oprichters van FEL en werkt als wetenschapsjournalist en schrijver. Ze is expert op het gebied van vrouwelijk leiderschap, vrouwen in de wetenschap en seksuele intimidatie. De afgelopen twee jaar heeft ze zich onder andere bezig gehouden met een groot onderzoek over seksuele intimidatie In de wetenschap. We spreken elkaar over haar bevindingen, het belang van culturele veranderingen boven wetgeving en de macht van Twitter.


Deze editie van You’ve got Feminist Mail is helemaal gericht op vrouwen op de werkvloer. Hoe ziet jouw werkvloer eruit?

Als freelancer kun je veel thuiswerken of op een flexplek, maar ik doe op dit moment zoveel verschillende dingen dat iedere dag anders is en ik veel werkvloeren heb. Van de symposia waar ik zelf spreek of waar ik nieuwe ideeën opdoe, naar koffietentjes, de Tweede Kamer en natuurlijk alle interviews. Als ik een constante zou moeten noemen, dan is Twitter misschien wel mijn werkplek.


Als ik een dagje doorbreng op Twitter word ik daar vaak somber van, het lijkt alsof er niets positief verandert. Zie jij dat anders?

Er bestaat een groot verschil tussen wat je op Twitter ziet en wat er in het hoger onderwijs dag in dag uit echt gebeurt. Als je alleen Twitter leest denk je soms: dit kan niet goed gaan, waar gaat deze hele sector naartoe? Maar op de werkvloer zelf heb ik wel het gevoel dat ik verbetering zie. In de laatste twee jaar is bijvoorbeeld het onderwerp van intimidatie opengebroken en bespreekbaar gemaakt, dat is een goed teken.


De problemen die jij onderzocht hebt bestaan niet alleen in het hoger onderwijs maar juist in heel veel verschillende sectoren. Ik heb een beeld van de wetenschap als een sector die voorop loopt. Is dat ook zo?

Op dit gebied totaal niet. Het is een van de laatste sectoren in onze samenleving die nog zo ouderwets op structuren en tradities gebaseerd is. Ik sprak laatst een ambtenaar die zei: “een leidinggevende kan toch gewoon zeggen, we kappen ermee?“ Toen moest ik lachen, dat vond ik heel lief. Zo werkt de wetenschap gewoon niet. Hoogleraren hebben zoveel beweegruimte en zo’n losstaande functie dat ze ongrijpbaar zijn. Dat leidt tot een situatie met heel weinig grip.


Daarnaast bestaat het beeld van wetenschappers als weloverwogen mensen die goed kunnen praten. Dat herken ik als het gaat om intimidatie helemaal niet, daar zit veel schroom en schaamte. Het zijn natuurlijk intelligente mensen, maar er is een grote groep bij met weinig social skills. Daar komt nog bij dat er binnen de wetenschap een hoge mate van concurrentie is. Als je de druk maar hoog genoeg opvoert wat betreft budgetten en kansen, dan gaan mensen elkaar tegenwerken.


In het onlangs verschenen NRC artikel over hoogleraar B. viel het mij vooral op dat studenten en medewerkers niet wisten waarheen te gaan met klachten. Gebeurt er momenteel genoeg om mensen te beschermen tegen seksuele intimidatie in het hoger onderwijs?

Regelgeving en beleid zijn belangrijk maar het zijn woorden en letters op papier. Het gaat veel meer om hoe mensen op de werkvloer met elkaar omgaan en wat je daarin kunt veranderen. Iedereen op elke universiteit zal zeggen: “Dat gebeurt hier niet, zo gaan we niet met elkaar om.“ Toch ken ik op elke universiteit een soortgelijk verhaal. Direct grijpen naar nieuwe wetgeving als oplossing is het creëren van valse veiligheid. Als je dingen ontwerpt, op een plek zet en vervolgens geen aandacht besteedt aan hoe het op de werkvloer landt, maakt het geen verschil. Ik ben veel blijer dat het onderwerp nu eindelijk bespreekbaar is en aandacht krijgt, dan met alle universiteiten die zeggen dat ze een zero tolerance beleid hebben.


Ik houd me nu al twee jaar bezig met seksuele intimidatie, een thema waarbij we graag in uitersten willen denken, in boosdoeners en slachtoffers. Ik geloof dat daar nog heel veel tussenin zit. We moeten oppassen dat we de casus B niet gaan gebruiken als een voorbeeld van waar “het kwaad” zit dat verwijderd moet worden om de wetenschap “op te lossen.” Ik geloof daar helemaal niet in. Dat gedrag is ergens klein begonnen en heeft zich gedurende 14 jaar mogen ontwikkelen tot het beest dat het is geworden. De vraag is: op welk moment besluit jij dat wat je ziet niet kan en wanneer besluit je in te grijpen?


Ik werk zelf in de filmwereld, waar veel #metoo zaken zijn en waar veel ongelijkheid tussen mannen en vrouwen bestaat. Mijn mannelijke collega’s nemen het allemaal met een korreltje zout en trekken wat naar buiten komt meteen in twijfel. Wat is jouw advies op dit gebied?

Ik begrijp helemaal wat je bedoelt. Waar ik mij altijd over verwonder is de heftigheid van mannelijke reacties op mijn werk. Het is rete-interessant om gewoon eens te observeren wat er tegenover je gebeurt. Let eens op de woordkeuze en de lichaamshouding en probeer te begrijpen waar de felheid vandaan komt. Ik denk dat veel mensen de discussie aangaan vanuit het gevoel dat je iemand kunt overtuigen. Maar er is soms heel weinig te bewegen. Om goed over seksuele intimidatie te kunnen praten moet je eerst met elkaar erkennen dat het voorkomt. Hierbij gaat het om jouw wereldbeeld en het kan heel eng zijn om dat bij te stellen.


Je gaat nu drie weken op vakantie. Stel: je komt straks terug en Twitter bestaat niet meer. Ben je dan blij of niet?

We schuiven de godganse dag onze opinies naar elkaar toe en daarmee wordt Twitter leeg. Aan de andere kant is het wel een platform waarop ik makkelijk mijn kennis kan delen en contacten onderhoud. Het rare is dat alle media nu communicerende vaten zijn: als jij iets op Twitter doet mag je een keer een column schrijven en wellicht kom je op tv.

Als iemand zou besluiten dat het collectief opgeheven wordt zou ik blij zijn, maar je kan er bijna niet als enige mee stoppen. Misschien kom ik binnenkort eens iemand tegen die mij kan leren hoe je positief kan twitteren, dan zou ik blijven!


Nieuwsgierig naar wat Ingeborg nog meer doet? Lees meer over deze FEL-le vrouw op haar website of check haar Insta!


Sophie Jansen

bottom of page