Lang geleden in een land hier ver vandaan
Leefde een glibberige leguaan
Wanneer hij jaagt in de nacht
toont hij zijn machtige kracht
Wie kan het beest verslaan?
Dravend door de wind
Door velen volkslieden bemind
Een witte prins op een paard
Trekt ten strijde met zijn zwaard
In de hemelse hallen van het kasteel
slaapt Doornroosje in haar prieel
De dappere prins sluipt ongestoord
Geen enkel beest heeft hem gehoord
Hij opent de deur, Doornroosje slaapt
Maar voordat hij haar ontwaakt
Ziet hij een spiegel oh zo mooi
En valt aan zijn eigen charmes ten prooi
Zijn gladde schubben schitteren in het maanlicht
Gele ogen gloeien en broeien
Hij draait zich om, tanden gespreid,
maar Doornroosje is hij kwijt
Het koude zwaard doorklieft zijn staart
Krijsende klauwen slaan in het rond
De prins valt dood neer op de grond
Zijn kroon klettert en rolt naar beneden
Een goede jacht, Doornroosje is tevreden
En ze leefde nog lang en gelukkig
By Jeroen van Wijk
Comments